Onze eerste tuin was een groene postzegel, met een bodem van blauwe zeeklei, winderig en in de schaduw van het huis. Maar toch slaagden we erin om wat groenten en fruit te kweken. Toen we na negen jaar vertrokken lieten we een groene wildernis achter (die de volgende bewoners weer helemaal hebben betegeld). Nu wonen we in een droomhuis op een perceel van 600 vierkante meter. We hebben nog steeds veel schaduw, want we zijn omringd door essen, hulsten en een esdoorn. Maar ik hou van bomen. Onze buren gelukkig ook. We hebben een zonterras, een schaduwterras, een grasveldje en nog net genoeg plek in de zon voor een paar groentebedden. De essen laten genoeg licht door voor een appelboom, een mispel en een pruimelaar. En de bessenstruiken doen het prima in de schaduw.
Sinds vorig jaar is mijn droom helemaal compleet, want we zijn nu trotse eigenaars van een echte kas. Mijn man legde de fundering en daarna bouwden we hem samen op. Vervolgens moest de vloer nog betegeld. Al met al ging er behoorlijk veel tijd in zitten, waardoor we hem pas in de zomer in gebruik konden nemen. Maar wat een genot toen hij klaar was! Eindelijk werden alle tomaten rijp!
Dit voorjaar kon ik voor eerst plantjes opkweken in de kas. In maart zaaide ik pluksla, prei en palmkool. Helaas werkte het weer niet mee. Het bleef heel lang koud. De warmteminnende soorten heb ik dus toch maar weer in de woonkamer laten kiemen. Wat trouwens ook niet makkelijk ging, want we zetten de verwarming eigenlijk nooit heter dan 18 graden. Maar nu staat de drie meter lange plank in de kas dan toch helemaal vol met zaailingen. De tomaten groeien in al grote potten op de grond, de mais is naar buiten verhuisd. Elke week plant ik weer zaailingen uit en zaai ik weer nieuwe groenten. En ik ruil wat met de buren.
In de groentebedden lukte lang niet alles dit voorjaar. Eerst was het te droog, toen was het te koud. De tuinbonen kwamen laat op, maar vorige week stonden ze eindelijk volop in bloei. De aardappels groeien inmiddels als kool. Maar de radijzen zijn aangevreten en schieten door. Alleen de bloemen en zaadpeulen zijn nog eetbaar. Het knollenbed is leeg. De bietjes en snijbieten wilden niet kiemen en toen ze dat eindelijk wel deden, peuzelden de (naakt)slakken ze weer op. Dat is me nog nooit overkomen. Er groeit welgeteld één worteltje. Wortels en bietjes kun je niet verplaatsen, maar snijbiet wel, dus die ga ik nu in de kas voorkweken. Ook de spinazie is heel snel doorgeschoten. Daar had ik niet anders van verwacht, want zo gaat het altijd. Met amper vier echte blaadjes gaat spinazie al bloeien. Ik ga het nu in de kas proberen, in de schaduw van de plank. En als dat ook niet werkt geef ik het op. Dan blijf ik gewoon wilde spinazie kopen bij de biologische groentenkraam op de markt.