Hoe ontwerp je een tuin? Deel 4

Als je de natuur haar gang laat gaan, dan kweekt ze in Nederland vooral bossen. Voor permacultuurontwerpers is dat meestal het grote voorbeeld. In de warme vochtige tropen en subtropen kunnen wouden het hele jaar door voedsel leveren. In ons koude klimaat lukt dat niet. Toch kun je ook in Nederland het ecosysteem van een bos als voorbeeld nemen.

De eerste stap is denken in lagen. Biologen onderscheiden vier lagen in het bos: de boomlaag, de struiklaag, de kruidlaag en de moslaag. In ontwerpen voor voedselbossen worden meestal meer lagen genoemd. Bijvoorbeeld:

  • grote bomen (zoals eik en beuk)
  • kleine bomen (zoals appel en vlier)
  • struiken en andere vaste planten (zoals bosbes en tijm)
  • een- en tweejarige kruiden die zichzelf uitzaaien (de meeste groentes en veldbloemen)
  • mossen
  • wortels, knollen en bollen (zoals smeerwortel en pastinaak)
  • klimplanten (zoals klimop en kamperfoelie)

Misschien is je tuin te klein voor grote bomen, maar ook dan blijven er genoeg lagen over om te vullen.

Gelaagdheid is niet het enige wat je van een bos kunt leren. De planten in een bos vormen samen een gemeenschap. Net zoals niet alle mensen goed met elkaar kunnen opschieten, zo zijn ook niet alle planten vrienden van elkaar. Ze vechten met elkaar om voeding of een plekje in de zon. Elke levensvorm op aarde is geëvolueerd in een omgeving vol andere soorten: andere planten, schimmels, dieren (mensen), bacteriën en virussen. Daardoor zijn alle levende wezens afhankelijk van elkaar. Met de ene soort leven we in symbiose: een samenwerkingsverband waar beide soorten van profiteren. Andere soorten eten we op. In de natuur heeft elke levensvorm zijn niche: zijn eigen plekje in de wereld waarin hij van alle soorten het meest succesvol is. Dat plekje moet je niet te letterlijk zien. Het is niet alleen een omgeving waarin de soort gedijt, maar ook een functie, een rol in de kringloop van het leven. Wat de natuur zo veerkrachtig maakt, is dat die plekjes en functies overlappen. Als de ene soort wegvalt, kan een andere soort zijn rol overnemen. Als je een tuin wilt ontwerpen die zichzelf in evenwicht houdt, dan moet je dus proberen zoveel mogelijk functionele relaties erin te krijgen: Verenig liever dan te scheiden. Dat doe je door planten te kiezen die meerdere functies tegelijk vervullen en door elke functie door meerdere plantensoorten te laten vervullen.

Welke functies zijn er? Dat hangt af van wat jij en je tuin nodig hebben. In onze paradijstuin onderscheid ik nu de volgende functies van planten (in alfabetische volgorde):

  • bodemverbeteraar
  • geneeskruid
  • nest-/schuilplaats voor dieren
  • privacyscherm
  • zonnescherm
  • sfeervergroter
  • voedselbron voor dieren
  • voedselbron voor mensen
  • windscherm

Die nest- en schuilplaatsen en voedselbronnen voor dieren zijn heel belangrijk. Als je die niet uit liefde voor de natuur opneemt, doe het dan uit eigenbelang. Je hebt insecten nodig om je planten te bestuiven en om vogels te lokken, die je op hun beurt weer nodig hebt om ongewenste insecten en slakken onder controle te houden. (Niet alleen planten hebben functies. Álle elementen in je tuin hebben rollen.)

De insecten en vogels zorgen met hun tsjirpen en zingen ook voor een rustgevend achtergrondgeluid. Dat brengt mij bij de functie sfeervergroter. Ik geloof niet dat dat in de permacultuurboeken staat, maar ik vind die functie wel erg belangrijk. Een sfeervolle tuin is goed voor de gezondheid. Door een verblijf in een mooie tuin, gaat je stressniveau omlaag en voel je minder pijn en negatieve emoties. Een plant die oneetbaar is voor mensen, maar wel mooi bloeit én belangrijk is voor bijen en vlinders, is daarom best welkom in mijn tuin. Maar het liefst kies ik planten die nog meer functies verenigen. Neem bijvoorbeeld de vlier (sambucus nigra): die geeft eetbare bessen voor mens en dier, mooie, welriekende, geneeskrachtige bloemen die ook populair zijn bij insecten, en in een heg geeft de vlier beschutting, schaduw en privacy.

Hoe meer functies de elementen in je tuin hebben, hoe meer overlap in functie ze zullen vertonen. Elementen kunnen elkaar versterken: Als je lijsters én egels hebt, heb je dag en nacht slakkenjagers aan het werk. Maar soorten kunnen elkaar ook vervangen.  Als je appelboom dit jaar niet veel oplevert, heb je misschien wel een overvloed aan bessen. Hoe meer relaties in je ecosysteem, hoe weerbaarder het geheel is. Als je tien essen plant en de essentaksterfte slaat toe, dan sterven waarschijnlijk al je bomen. Maar als je zowel essen, eiken als beuken plant, dan heb je na de essentaksterfte nog steeds een bos. Daarom luidt één van de Permacultuurprincipes  Gebruik en waardeer diversiteit.

Denk daarbij ook aan genetische diversiteit. Als jouw tien essen allemaal klonen van elkaar zijn, wat bij gekweekte planten vaak het geval is, dan zijn ze allemaal vatbaar voor dezelfde ziektes. In een oerbos verschillen alle essen genetisch veel meer van elkaar. Daar is de soort als geheel dus veel minder kwetsbaar. Helaas hebben we in Europa nog nauwelijks oerbossen over.

Een manier om meer soortendiversiteit en genetische diversiteit in je tuin te krijgen is door één zone open te stellen voor de natuur: de wilderniszone. Het is fascinerend om te zien welke soorten dan verschijnen. In onze tuin kwamen allemaal kruiden op die ik helemaal niet kende. Met behulp van een plantengids en de gratis app ObsIdentify kon ik ze identificeren: bosandoorn, knopig helmkruid, kruipend zenegroen, dagkoekoeksbloem, moerasspirea, moederkruid. Reserveer een klein stukje van jouw tuin voor de natuur en laat je verrassen. Maar pas op: laat de teugels niet volledig vieren, want dan schenkt Moeder Natuur je een oerwoud!

Met de klok mee: moerasspirea, vrouwenmantel, knopig helmkruid en dagkoekoeksbloem.

Over Permacultuur

Permacultuur is bedacht in Australië in de jaren 70. Universitair docent Bill Mollison en zijn student David Holmgren wilden een positief alternatief ontwikkelen voor de destructieve landbouwmethoden die zij om zich heen zagen. In 1978 publiceerden ze hun boek Permaculture One. De ethische principes en ontwerpprincipes van permacultuur worden inmiddels over de hele wereld toegepast.

Ik ben geen specialist op het gebied van permacultuur. Als je meer wilt weten, volg dan de links naar de website van Permacultuur Magazine. Daar worden de twaalf principes goed uitgelegd.

Tips voor verdieping

  • Gaia’s Garden. A guide to home-scale permaculture van Toby Hemenway, 2e editie, 2009.
  • Vlinders in de tuin. Tuinideeën en praktische tips van Inge van Halder, Liesbeth ten Hallers en Tim Pavlicek. Uitgave van de Vlinderstichting en KNVV uitgeverij, 2001. (Alleen nog tweedehands verkrijgbaar).