Elke herfstvakantie maak ik mijn kledingkast schoon en wissel ik mijn zomer- en winterkleren om. Ik deel de kledingkast met mijn man, dus er is niet genoeg ruimte voor al mijn kleren. Maar dat geeft niet want in de zomer draag ik toch geen dikke wollen truien en in de winter geen dunne mouwloze jurkjes. De tweejaarlijkse kledingruil vind ik altijd een fijne klus. Ik geniet van het weerzien met favoriete items en het zorgvuldig opbergen van lievelingsstukken.
Het koesteren van je kleding is een belangrijk ingrediënt van een duurzame garderobe. Er is de afgelopen jaren al veel geschreven over de negatieve impact van onze modeverslaving. Kort samengevat: Het produceren van een kledingstuk belast het milieu. Polyester kleding is gemaakt van aardolie en stoot microplastics uit. Bij de productie van katoen worden veel bestrijdingsmiddelen en water gebruikt. En dan hebben we het nog niet gehad over de schade van het verven of de uitbuiting van textielarbeiders. Eigenlijk zijn alleen de kleren van de keizer zijn zonder impact. Alhoewel – als het betekent dat je verwarming dan hoger moet zetten… De eerste stap is dus zorgen dat die schade niet voor niets is geweest. Als je echt een verschil wilt maken, moet je volgens mij beginnen met het koesteren van wat je hebt door het te dragen.
Een andere manier van koesteren is goed voor je kleren zorgen. Textiel slijt van wassen. Daarom was ik mijn kleren niet meer dan nodig is. Zo draag ik bijvoorbeeld altijd T-shirts onder mijn truien. Het T-shirt gaat na één of twee dagen in de was. De trui hang ik een paar uurtjes op het balkon. Meestal ruikt hij daarna weer fris. Veel van mijn kleren gaan zo al jaren mee. Een van mijn favoriete vesten draag ik al twintig jaar! Als een geliefd item kapot gaat, of verslijt, repareer ik het. Of ik vermaak het tot iets nieuws. En als het echt niet meer te dragen is, probeer ik er iets moois van de te maken voor mijn lappendeken of ik maak er Barbiekleertjes van.
Af en toe heb ik iets nieuws nodig. Basics, zoals een T-shirt, ondergoed of sokken, koop ik dan nieuw van biologisch katoen of bamboe. Soms lukt het ook wel om zoiets te scoren in een tweedehands kledingzaak of kringloopwinkel. Deze zomer vond ik een witte tuniek, donkergroen vest en tomaatrode bloes. Deze herfst een blauwe spijkerbroek met ingeweven stippen en een lijsterbesrood vest. Stuk voor stuk aanwinsten voor mijn garderobe, omdat ze lacunes opvulden en helemaal mijn kleuren hadden. Als ik ergens verliefd op ben, als mijn naam erop geschreven staat, dan gaat het met me mee naar huis. Bij tweedehandskleren krijg je geen herkansing.
De tweejaarlijkse kledingruil is het moment om te kijken of er misschien wat weg kan. Ons paradijsje heeft een beperkte opslagcapaciteit. Er is geen ruimte voor een grotere kast en er kunnen niet meer bakken in de berging. Als ik bij de kringloopwinkel iets meeneem waar ik verliefd op ben, moet er ook iets anders terug in de kringloop. Ik moet eerlijk zeggen dat dat steeds moeilijker wordt. Ik heb inmiddels weinig kleren meer waar ik niet blij van word. Bij elkaar is het best een hele berg. In overdrachtelijk zin dan. Je verwacht nu misschien een foto van een klerenzooi, maar die is er niet. Alles op een grote hoop gooien? Niks voor mij. Ik ga veel systematischer te werk. En ik heb ook geen zin om extra kreukels te maken die ik er weer uit moet strijken.
Minimalisten hebben een capsule wardrobe: elk seizoen een kleine selectie kleren die je eindeloos met elkaar kunt combineren. De meningen verschillen over hoeveel kledingstukken je capsule mag bevatten. Volgens Courtney Carver van Project 333 zijn het er 33. Ondergoed, sportkleding, pyjama’s en sokken tellen bij haar niet mee, maar juwelen, jassen en schoenen wel. Andere minimalisten houden het op 37 items, exclusief jassen en schoenen. Met grof timmermansoog gaan er dus drie dozijn kleren in een capsule. Tijd om mijn kleren te gaan tellen.
Als ik ondergoed, sokken, panty’s en leggings, nachtkleding, jassen en schoenen niet meereken, komt de teller op 155 stuks. (Als ik ze wel meetel – schrik niet – 328!) Met een beetje creatief boekhouden kom ik dan op gemiddeld 39 kledingstukken per seizoen. Dat klinkt best goed. Maar eigenlijk speel ik dan vals, want van half mei tot half oktober liggen er 130 dingen in mijn kast en van half oktober tot half mei zijn het er 96. Oei! Met bijna een gros kledingstukken, lijkt mijn kast meer op een magazijn, dan op een capsule.